Plaatsen van een perifere katheter

Bekijk alvast de hele techniek in onderstaand filmpje:

(bron: AP Hogeschool Anwterpen)

Materiaal

    • infuusstaander
    • infuusoplossing
    • infuusleiding met druppelkamer + driewegkraantje met verlengstuk
    • IV katheter: 18G – 20G – 22G
    • ontsmettingsstof (chloorhexidine in alcohol)
    • deppers (steriel setje van 3 cellulose doekjes)
    • knelband of garrot
    • naaldcontainer
    • niet steriele handschoenen
    • nierbekken of recipiënt om infuusvloeistof op te vangen bij het purgeren (vb. verpakking van driewegkraantje = economischer werken)
    • handalcohol
    • beschermende onderlegger
    • fixatiemateriaal: steriel transparant (keuze van verband: persoonlijke voorkeuren of beschikbaarheid)
    • etiket en pen (bij medicatie in het infuus)
    • optioneel rolletje kleefpleister

Klaarmaken van de leiding en het infuus

    • klaarmaken van het infuus kan zowel op de verpleegpost als op de patiëntenkamer gebeuren.
    • vooraf de patiënt inlichten: zo kan deze zich hierop voorbereiden en info vragen bij onduidelijkheden + indien de patiënt mobiel is: vragen om op de kamer te blijven. Je mag nooit de kamer binnengaan met infuusstaander in de hand als patiënt hier niet op voorbereid is. 
    • handhygiëne en ontsmetten van het werkvlak 
    • controleer de verpakking (lekken), de kleur van de infuusvloeistof en de vervaldatum van de infuuszak 
    • maak een etiket klaar met volgende vermeldingen: naam patiënt, kamernummer, datum, eventuele toegevoegde medicatie, duurtijd inloopsnelheid
    • verwijder de beschermverpakking 
    • plaats de infuuszak op een vlak stabiel oppervlak of hang hem aan de infuusstaander
    • open de verpakking van de infuusleiding (trousse) en sluit de rolklem (10cm) onder de druppelkamer
    • indien nodig: plaats een verlengleiding op infuusleiding door middel van het luer-lock systeem (= draaisysteem)
    • sluit de luchtfilter (ter hoogte van druppelkamer) als deze open is en indien je infuuszakken gebruikt. Bij infuusvloeistoffen in glazen flessen moet deze open blijven
    • ontgrendel de aanprikpunt van het infuusrecipiënt 
    • verwijder de beschermdop van de insteekpunt (spike) van infuusleiding en brengen de insteekpunt met een krachtige draaibeweging in aanprikopening van het infuusrecipiënt

    • hang de infuuszak (opnieuw) aan infuusstaander 50 à 60 cm boven de punctieplaats
    • kleef een etiket met de gegevens van de patiënt op de infuuszak

Purgeren van de leiding

    • Laat de afschermdop op het uiteinde van de infuusleiding hiervoor ter plaatse
    • druk op druppelkamer en laat deze vollopen tot de aanduiding (één derde tot de helft)
    • houd het uiteinde van infuusleiding boven een nierbekken of de verpakking van de trousse en purgeer de leiding door de rolklem te openen en te wachten tot de eerste druppels van de infuusvloeistof in het nierbekken of de verpakking lopen
    • kijk na op luchtbellen (evt. deze verwijderen door te tikken op de leiding)
    • sluit de rolklem en maak de infuusleiding vast in de uitsparing t.h.v. de rolklem of hang deze over de infuusstaander
    • draai het afschermdopje al een beetje los ( is makkelijker om leiding te bevestigen op katheter)

Inbrengen van de katheter: stap voor stap

    • infuus klaargemaakt en start effectieve voorbereidingen voor het prikken: handhygiëne 
    • optioneel: een stukje kleefpleister klaar hangen aan de zijkant van de verbandkar 
    • vooraf de verpakking van de katheter openen 
    • verpakking van de fixatiepleister openen en de pleister (halfopen) klaarleggen
    • vraag aan de patiënt om de arm vrij te maken
    • plaats een beschermende onderlegger
    • bevochtig 2 van de 3 cellulose doekjes met ontsmettingsstof
    • leg de stuwband aan boven de elleboogplooi (ongeveer 15 cm boven de punctieplaats), niet te vast !!!
    • vraag om lichtjes te pompen met de vuist
    • palpeer de aan te prikken vene en stimuleer zo nodig door deze aan te tikken
    • trek niet-steriele handschoenen aan. Indien dit niet vlot gaat, doe je je handschoenen aan voor het aanleggen van de garrot omwille van het comfort van de patiënt. 
    • ontsmet de punctieplaats met de alcoholische oplossing, laat het vochtige cellulose doekje op de geselecteerde ontsmette plaats liggen.
    • leg het tweede vochtige doekje naast de arm van de patiënt
    • neem de katheter vast t.h.v. de bloedkamer en controleer de punt van de katheter
      • beschermhuls verwijderen
      • de naald zachtjes losmaken van de katheter en opnieuw in zijn oorspronkelijke stand zetten
    • verwijder het eerste cellulose doekje en stabiliseer de vene door de huid aan te spannen
    • als je, indien nodig, nogmaals de vene wil palperen alvorens te prikken dien je eerst uw vingers te ontsmetten met het tweede cellulose doekje 
    • aanprikken van de vene: verwittig de patiënt: een prik !
    • houd de naald vast met de opening naar boven
    • breng de naald in een rechtlijnig verloop van de vene
    • doorprik de huid onder een kleine hoek (15° à 30°)
    • schuif de naald verder tot in de vene en tot er bloed verschijnt in de bloedkamer
    • schuif de naald + katheter nu niet meer verder
    • indien de vene is aangeprikt, zal de bloedkamer zich nu vullen met bloed
    • fixeer de naald door ze met de hand onbeweeglijk vast te houden
    • schuif ondertussen de katheter met de vrije hand verder in de vene met behulp van de vleugeltjes
    • (katheteruiteinde blijft steriel) tot aan de hub
    • onmiddellijk gevolgd door het lossen van de stuwband
    • leg evt. een steriele depper (laatste, derde cellulose doekje) onder het aanzetstuk van de katheter
    • druk de vene dicht met twee vingers. Schat de lengte van de katheter in. Druk af aan het einde van de katheter en houdt dit aan tot de infuusleiding en katheter zijn geconnecteerd.
    • verwijder dan pas de naald en werp deze rechtstreeks in de naaldcontainer
    • neem de klaargemaakte infuusleiding bij het uiteinde vast, verwijder het dopje en connecteer de infuusleiding met het katheteruiteinde via de luer-locksluiting (draaiende beweging)
    • fixeer de katheter of kleef de leiding vast 
    • controleer de intraveneuze katheter!
      • controle 1: zet de rolklem van het infuus open en controleer of de druppels vlot in druppelkamer vallen
        • Vraag aan de patiënt of hij pijn ervaart bij het inlopen
        • Observeer op onderhuidse zwelling: zo ja, verwijder de katheter
      • indien nodig controle 2: infuuszak met open rolklem even onder het niveau van de insteekplaats houden en kijken of de leiding zich vult met veneus bloed
    • reinig de insteekplaats
    • dek de insteekplaats af met de klaarliggende fixatiepleister
    • fixeer de leiding in een lus met bijkomende tape, om tractie te vermijden
    • stel de druppelsnelheid in 
    • verwijder de handschoenen

Nazorg

    • Ruim het materiaal op
    • Ontsmet de handen
    • Bied hulp bij de installatie van de patiënt
    • Instrueer de patiënt om het infuus met zorg te behandelen om de kans op complicaties te reduceren

Rapportage

Rapportage dient te gebeuren volgens de afspraken op de afdeling of door volgende zaken weer te geven:

    • Tijdstip, datum inbrengen en plaats infuus
    • Maat van de katheter
    • Infuusvloeistof
    • Reactie van de patiënt