Verblijfsondage man

Verblijfsondage man

Er zijn verschillende methoden van sonderen (vanuit de verpakking, vanuit het steriele veld, al dan niet met op voorhand testen van de ballon enz). De film demonstreert een mogelijkheid door gebruik te maken van steriele handschoenen, met test van de ballon. De uitgeschreven techniek is gebaseerd op een set met pincet zonder ballontest voorafgaand aan de sondering. De film toont enkel materiaalvoorbereiding en de uitvoering. Indien er moet gesondeerd worden bij een COVID-19 besmette patiënt, dient men zich voorafgaande in regel te stellen van de beschermende maatregelen (zie Isolatie en hygiëne).

(bron: AP Hogeschool Antwerpen)

Voorbereiding en materiaal

    • Verzamel informatie over de patiënt
    • Controleer de opdracht van de arts 
    • Verzamel de materialen: 
      • steriele verblijfskatheter:
        • Ch. (12), 14 of 16
        • lengte 41 – 45cm
        • voor korte duur: tot 7 dagen = latex : tenzij allergie of irritatie urethra
        • voor langere duur: silicone of hydrogel (bard)
        • ballonvulling: 10cc Aqua
      • steriele of stofvrij verpakte urineopvangzak met afloop
      • steriele katheterisatieset met inhoud:
        • 1 groot steriel veld, 1 klein steriel veld, 1 pincet, 2x flacon van 20ml steriel water, steriele handschoenen, 5 steriele deppers in een apart vakje, 1 steriele spuit 10 ml, optreknaald (afh. van indeling set)
      • spuit met steriele waterige glycerineoplossing bij gebruik van een siliconenkatheter
      • niet-steriele handschoenen
      • steriel glijmiddel:
        • bv. KY-gel®, Instillagel®, Xylocaïne® gel of Silicone-gel spray (met Xylo).
        • minimum 10 ml toedienen
    • Voorbereiding:
      • informeer de patiënt
      • installeer de patiënt in een ontspannen rugligging
      • ontsmet de handen
      • leg de materialen klaar

Procedure

Stap 1: Voorbereiding van het materiaal

    • Ontsmet je handen.
    • Gebruik een verbandwagen, bedtafel of urologische kar om het materiaal op te leggen.
    • Open de katheterisatieset en neem met het pincet het grote steriele veld. Leg dit open op het werkblad.
    • Laat de katheter en de steriele urinezak uit de buitenverpakking in het steriele veld vallen.
    • Laat de gel uit de verpakking in het steriele veld vallen.
    • Neem met het pincet de steriele handschoenen uit de verpakking en leg die opzij in het steriele veld. 
    • Neem met het pincet de flacon met water uit de set en open ze, denk aan de balloncontrole.
    • Neem met het pincet de spuit uit de set en vul ze met 10 ml water. Leg ze op het werkblad maar niet op het steriele veld.
    • Maak met de andere 10 ml water de deppers in de steriele set goed nat.
    • Leg het kleine steriele veld op de bovenbenen van de patiënt, lager dan de penis.

Stap 2: Reinigen van de man

    • Als de penis vuil is, moet er eerst een intiem toilet gebeuren,
    • Doe onsteriele handschoenen aan,
    • Leg de verpakking van de katheterisatieset op de onderbenen van de patiënt,
    • Reinig de penis met steriel water: trek de voorhuid naar achter zodat de eikel vrijkomt. Reinig tweemaal met telkens een nieuwe vochtige depper. Zo nodig gebruik extra deppers om de aanslag onder de voorhuid goed te verwijderen. Reinig tenslotte de urethra opening met een zuivere depper,
    • Leg de vuile deppers in de verpakking,
    • Leg de penis niet neer tijdens of na het reinigen,
    • Trek het steriele veld tot onder de penis. Leg de penis op het steriele veld,
    • Werp de verpakking met de vuile deppers in de vuilniszak,
    • Trek je handschoenen uit, ontsmet je handen.
Evidentie & wetenschappelijke evolutie

Het ontsmetten van de eikel, penis en/of urethra-opening wordt niet meer toegepast. Studies tonen aan dat grondig reinigen een voldoende voorbereiding biedt om op een steriele manier te kunnen katheteriseren.

Stap 3: Katheteriseren 

    • Doe steriele handschoenen aan,
    • Maak de spuit(en) met glijmiddel gebruiksklaar,
    • Open de binnenverpakking van de katheter,
    • Koppel de urineopvangzak aan de katheter,
    • Controleer of alles volledig gebruiksklaar is voor je start met de katheterisatie,
    • Neem de penis onder de eikel vast en trek hem zachtjes naar boven. Spuit langzaam het glijmiddel in de urethra opening en houd de penis enkele minuten rechtop terwijl de urethra opening afgeklemd wordt zodat het glijmiddel zo diep mogelijk de urethra kan bevochtigen. Zorg ervoor dat het glijmiddel volledig in de urethra gespoten wordt en niet wegloopt,
    • Neem de katheter vast met je dominante hand,
    • Houd de penis recht omhoog,
    • Schuif de katheter in de urethra, met een zachte hand (nooit forceren),
    • Bij weerstand: breng de penis naar voor en naar beneden,
    • Schuif de katheter verder door tot aan de bifurcatie (de ontdubbeling van de ballonleiding),
    • Wacht tot er urine in de afloopleiding komt,
    • Vul de ballon,
    • Trek de katheter zachtjes terug tot je weerstand voelt zodat je weet dat hij goed gefixeerd is. Duw hem weer een beetje terug zodat het ballonnetje geen druk op de blaashals uitoefent,
    • Schuif de voorhuid terug over de glans penis en leg de penis naar boven op de buik. 
Evidentie & wetenschappelijke evolutie

Waar bij intermittente katheterisatie het voldoende is om de katheter in te brengen tot er afloop van urine is, wordt bij het plaatsen van een verblijfskatheter bij de man aangeraden om de katheter tot aan de bifurcatie in te brengen. Deze techniek maakt het opblazen van de ballon in het prostaat- of sfinctercomplex weinig waarschijnlijk.

Stap 4: Afronden techniek

    • Doe je handschoenen uit. 
    • Droog de penis. 
    • Fixeer de katheter zo dat hij niet kan verschuiven en niet aan de urethraopening trekt. 
    • Installeer de patiënt.
    • Verwijder de gebruikte materialen. 
    • Was en ontsmet je handen. 
    • Noteer je observaties en handelingen in het verpleegdossier.

Nazorg

Onmiddellijke nazorg

    • Bewaar het gesloten systeem: de katheter blijft bij elke handeling aan de urineopvangzak gekoppeld.
    • Voorkom een knik in de katheter of in de afvoerleiding. 
    • Ontsmet de handen voor en na contact met de katheter.
    • Doe handschoenen aan bij manipulatie van katheter of van de urineopvangzak.
    • Routine hygiëne (intiem toilet) is voldoende: hierbij de voorhuid goed naar achter schuiven zodat de eikel en de voorhuid kan gereinigd worden. Was ook de katheter en schuif de voorhuid terug.
Evidentie & wetenschappelijke evolutie
Ontsmetten, gebruik van speciale zepen, gebruik van zalven rond de katheter hebben geen bewezen meerwaarde.
    • Positie katheter: fixeer de katheter naar boven op de buik van de patiënt, zonder dat hij op de blaashals trekt. Bevestig de katheter in die positie door de katheter vast te kleven op de onderbuik of doe de patiënt een netbroekje of een goed sluitende onderbroek aan en een klein steunend incontinentieverband om penis en scrotum in hoogstand te houden.
Evidentie & wetenschappelijke evolutie
In de literatuur wordt steeds vermeld dat de katheter op de onderbuik gefixeerd wordt. Deze positie wordt ingegeven vanuit een logisch redeneren, rekening houdend met de anatomie en fysiologie, en de ervaring bij iatrogeen trauma ter hoogte van de urethra. Evidentie dat een andere positie noodzakelijk leidt tot meer kwetsuren of problemen is er evenwel niet.
    • De urinezak wordt geledigd in een zuivere recipiënt.
Evidentie & wetenschappelijke evolutie
Het ledigen van meerdere opvangzakken na mekaar in eenzelfde recipiënt wordt ten stelligste afgeraden.
    • Bij gebruik van een nachtzak wordt deze aan de beenzak aangekoppeld en niet rechtstreeks aan de katheter om ontkoppelen van de katheter te voorkomen. Ontkoppel ’s ochtends de nachtzak en spoel hem door met kraantjeswater. Je bergt hem op in een gesloten plastieken zak.

Katheter gerelateerde zorgen

1) Observatie

Volg de diurese van de patiënt: loopt de katheter niet af, zoek naar de oorzaak: 

    • Zit er een knik in de katheter of de leiding?
    • Is de katheter of de leiding verstopt? 
    • Is de katheter verschoven? 
    • Zit het ballonnetje in de urethra? 
    • Een andere oorzaak?

Routine hygiëne (intiem toilet) is voldoende: 

    • Schuif de voorhuid goed naar achter zodat de eikel en de voorhuid kan gereinigd worden.
    • Was ook de katheter en schuif de voorhuid terug.
    • Gebruik bij voorkeur steeds zuiver materiaal om het toilet uit te voeren.

Observeer:

    • Volg de kleur, de geur, het aspect van de urine. 
    • Is er verlies van urine naast de katheter?
    • Is de toestand van de genitaliën normaal: geen gezwollen scrotum, kwetsuur aan de urethra-opening, is de voorhuid goed naar voor, geen parafimosis, …? 
    • Volg de toestand van de patiënt: heeft hij blaaskrampen, pijn, tekenen van infectie, …?

2) Rapportage

    • Rapporteer steeds alle bevindingen in het verpleegdossier. Meld ernstige of acute problemen aan de verantwoordelijke verpleegkundige of aan de arts.

3) Infectiepreventie

Een “stoporder” of “katheter herinneringsbericht” in het patiëntendossier zorgt ervoor dat de katheter tijdig verwijderd wordt. Je kan urinaire infecties voorkomen door volgende adviezen op te volgen: 

    • Verwijder de verblijfkatheter zo snel mogelijk na het verdwijnen van de indicatie.
    • Volg de richtlijnen over handhygiëne.
    • Gebruik steriel materiaal, bij voorkeur in een set.
    • Gebruik bij voorkeur een siliconen- of hydrogelkatheter.
    • Zorg voor een voldoende diurese. Volwassenen drinken minstens 1,5 liter per dag . 
    • Breng een verblijfskatheter op een steriele manier in. 
    • Gebruik een glijmiddel om kwetsuren van de urethra te voorkomen.
    • Behoud het gesloten systeem waarbij de verblijfskatheter aan de urineopvangzak gekoppeld blijft. 
    • Bevestig de urineopvangzak lager dan het niveau van de blaas, hij mag de vloer niet raken.
    • Ledig de urineopvangzak  regelmatig, minimum 2 x daags. 
    • Zorg voor een goede afloop van de urine: vermijd een knik in de leiding. Vermijd tractie op de urineleiding en observeer of er verstopping optreedt. 
    • Voer dagelijks een intiem toilet uit en reinig de katheter. 
    • Gebruik geen topische antiseptica en antibiotica op de katheter, urethra of urethraopening. 
    • Preventief gebruik van antiseptica en antibiotica is niet aangewezen.
    • Het routinematig nemen van een cultuur zonder symptomatische indicaties biedt geen voordeel.
    • Vermijd blaasspoeling en instillatie.
    • Bij een symptomatische urinaire infectie is het toedienen van antibiotica wel aangewezen. Wanneer de verblijfskatheter zeven dagen of langer ter plaatse was voor het ontstaan van de infectie, vervang je de verblijfskatheter voor de start van de antibiotica.

4) Verwikkelingen

a) Bij het inbrengen van de katheter:
Het inbrengen van een verblijfskatheter kan de mucosa van de urethra irriteren of kwetsen. Hoe dit voorkomen?

    • Steeds met zachte hand katheteriseren en nooit forceren.
    • Bij het voelen van weerstand bij het inbrengen van de katheter niet aandringen. Dit kan een fausse route veroorzaken. Zorg ervoor dat de patiënt ontspannen is en/of laat hem goed zuchten terwijl tegelijkertijd de katheter opgeschoven wordt. Bij hinder verwittig de arts.

b) Verstopping van de katheter:

    • Verstopping door constipatie: stoelgang drukt op de katheter. Verstopping verhelpen door lavement of faecalomen te verwijderen.
    • Verstopping door debris, vlokken of klonters. 
    • Verstopping van de katheter zelf door encrustratie: vorming van biofilm geeft bacteriën kans om te hechten op het katheteroppervlak. Urease producerende bacteriën (vooral proteus en pseudomona’s) zorgen voor een verhoging van de urine pH en leiden tot hogere concentraties van calcium en magnesiumionen. Zo vormt zich een biofilm die de oorzaak kan zijn van encrustratie op het katheteroppervlak en verstopt de katheter sneller.
    • Preventief spoelen met fysiologisch of Chloorhexidine heeft geen zin.
    • Stimuleer de patiënt om meer te drinken en meer te bewegen. 
    • Kan de verstopping niet verholpen worden dan moet de katheter verwijderd worden.
Evidentie & wetenschappelijke evolutie
Bij verstopping van een urinaire verblijfskatheter is het belangrijk een onderscheid te maken tussen een verstopping die veroorzaakt wordt door debris of klonters in de blaas of verstopping die zich in de katheter zelf bevindt.
Bij patiënten met hematurie, met zeer vuile, vlokkige urine kan men er van uitgaan dat de afloop van de urine zal verhinderd worden door bloed, vlokken die zich in de blaas bevinden. Om dit te verhelpen kan je een manuele blaasspoeling uitvoeren. Met gedoseerde kracht spuit je 50 ml steriel water in de blaas en zuigt die met kracht onmiddellijk terug aan. Je blijft die techniek herhalen tot het spoelvocht helder is.
Bevindt de verstopping van de katheter zich in de katheter zelf (aangeladen katheter, voorgeschiedenis van verstopte katheter, vorige katheter opengeknipt en veel debris in de katheter) dan kan het gebruik van een aanzurend middel helpen om de biofilm in de katheter op te lossen. Bij een pH hoger dan 6,8 kan er een oplossing van 30 cc citroenzuuroplossing in de katheter ingebracht worden. De katheter wordt 5 minuten afgeklemd. Dan laat men de katheter terug aflopen om na 5 minuten de 1e handeling nog eens te herhalen Op die manier kan men voorkomen dat de katheter verstopt. Dit doet men best preventief bij patiënten bij wie de katheter vrij vlug verstopt. Dit kan men dan 2x per week herhalen elke week opnieuw. Gaat dit goed kan men na enkele weken proberen nog maar 1x per week te spoelen. De citroenzuuroplossing zorgt ervoor dat de kristallen opgelost worden en de urine terug wat aangezuurd wordt. Dit gebeurt steeds op voorschrift van de arts. Evidentie over de effectiviteit is beperkt, de praktijk toont aan dat bij sommige patiënten dit de levensduur van de katheter kan verlengen.
Bij het eerste spreken we van een blaasspoeling, bij de tweede techniek van een katheterspoeling. Telkens een verblijfskatheter vervangen wordt stel je de indicatie weer in vraag.

c) Verlies van urine naast de katheter:

Blaasspasmen als oorzaak:

    • Een aantal patiënten ondervindt pijnlijke lage buikkrampen door blaasspasmen na het voor het eerst inbrengen van een verblijfskatheter. Deze kunnen na enkele dagen verdwijnen.
    • Symptomen van blaasspasmen zijn: plotse aandrang om te urineren, blijvende plasdrang en pijn.
    • Niet spoelen bij blaasspasmen. Eventueel de inhoud van de ballon verminderen of anticholinergica na voorschrift toedienen. 

Een overactieve blaas of een verstopte katheter:

    • Een blaasspoeling uitvoeren of katheter verwijderen en enkel als het echt noodzakelijk is een nieuwe katheter plaatsen.
    • Meld steeds verlies naast de katheter aan de arts.

d) Urinaire infecties:

70 % van alle urineweginfecties zijn het gevolg van een blaaskatheterisatie. Het bewaken van de juiste indicatie voor een blaaskatheterisatie (de katheter tijdig verwijderen), het respecteren van het gesloten systeem, de keuze voor het juiste materiaal, het gebruik van steriele materialen en een steriele handeling zijn cruciaal in het voorkomen van urineweginfecties.

Je herkent een urineweginfectie aan volgende symptomen: 

    • Koorts van 38° of meer
    • Branderig gevoel in urethra of blaas
    • Purulente urine
    • Fel ruikende urine
    • Blaaskrampen
    • Suprapubische pijn
    • Soms flankpijn (pyelonefritis)
    • Een positieve urinecultuur

e) Ontsteking van de urethra:

    • Voer een grondig meatus toilet uit.

f) Trauma:

    • Ter hoogte van de blaashals door druk van de ballon bij tractie op de katheter.
    • Urethra stricturen door het kwetsen van de urethra tijdens het katheteriseren.
    • Erosie van de meatus door tractie van de katheter op de urethra opening bij een foutieve fixatie van de katheter.
    • Parafimosis door het niet terugschuiven van de voorhuid na het reinigen.
    • Ter hoogte van de bulbaire urethra door een infectie van de urethra na een traumatiserende katheterisatie.