Wat is zuurstof

Wat is zuurstof?

    • Zuurstof is een kleurloos en reukloos gas
    • De omgevingslucht bevat 21% zuurstof
    • Via extra toediening kan tot 100% zuurstof gegeven worden

Aan wie geef je extra zuurstof?

    • Bij een chronisch tekort: bijvoorbeeld personen met COPD
    • Bij een acuut tekort: bijvoorbeeld bij personen met een longontsteking (o.a. door Covid-19)
    • Personen met zuurstofnood op basis van de saturatiewaarden (95% – 100%)

Welk materiaal heb je nodig?
1. Een zuurstofcilinder met manometer:

Kijk regelmatig na hoeveel zuurstof nog aanwezig is in de fles.
Hoe kan je dit berekenen?

      • Je moet weten hoeveel gas er in de fles zit:
        Inhoud van de fles (liter) x druk in de fles (bar)
      • Dan kan je berekenen hoeveel minuten je toekomt met de inhoud van de cilinder:
        Hoeveelheid gas in de fles / aantal liter per minuut dat je geeft
      • Deel dit getal door 60 en je bekomt het aantal uren dat je toekomt.

2. Neusbril, zuurstofmasker ZONDER zak of zuurstofmasker MET zak

      • Neusbril → tot 5 L/min
      • Masker zonder zak → 5 tot 10 L/min
      • Masker met zak (non-rebreathing masker) → 10 tot 15 L/min

Voorbeelden van zuurstofberekeningen:

Vb. 1: De manometer van een 10 literfles staat op 165 bar. De toedieningssnelheid bedraagt 15 liter per minuut. Hoeveel liter zuurstof kan men toedienen uit deze fles? Na hoeveel tijd zal de fles leeg zijn?

Aantal liter zuurstof voorradig in de fles = druk (in bar) x inhoud fles
                                                                                      = 165 x 10 = 1650 liter.

Zuurstofverbruik per uur
15 liter zuurstof per minuut = 15 x 60 = 900 liter zuurstof per uur.

Autonomie van de fles
Zuurstofvoorraad / Zuurstofverbruik per uur of min = aantal uren of minuten
1650 liter / 900 liter per uur = 1,83 uur = 1 u 50 min.
1650 liter / 15 liter per minuut = 110 minuten of 1 u 50 min.

Na 1 u 50 minuten zal deze zuurstoffles leeg zijn.

Vb. 2: Je hebt een cilinder van 10 liter. De druk is 120 bar. De patiënt heeft 3 liter per minuut.
Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder? ………..liter
Hoelang kan de patiënt met de tank doen?………..uur en ………..minuten?

Aantal liter zuurstof voorradig in de fles = druk (in bar) x inhoud fles
                                                                                      = 120 x 10 = 1200 liter.

Zuurstofverbruik per uur
3 liter zuurstof per minuut = 3 x 60 = 180 liter zuurstof per uur.

Autonomie van de fles
Zuurstofvoorraad / Zuurstofverbruik per uur of min = aantal uren of minuten
1200 liter / 180 liter per uur = 6,67 uur = 6 u 40 min.
1200 liter / 3 liter per minuut = 400 minuten of 6 u 40 min.

Na 6 u 40 minuten zal deze zuurstoffles leeg zijn.

Vb. 3: Je hebt een cilinder van 5 liter met een druk van 60 bar. De patiënt krijgt 2 liter per minuut
Hoeveel liter zuurstof zit er in de tank? ………..liter
Hoe lang duurt het tot de tank leeg is? ………..minuten

Aantal liter zuurstof voorradig in de fles = druk (in bar) x inhoud fles
                                                                                      = 60 x 5 = 300 liter.

Zuurstofverbruik per uur
2 liter zuurstof per minuut = 2 x 60 = 120 liter zuurstof per uur.

Autonomie van de fles
Zuurstofvoorraad / Zuurstofverbruik per uur of min = aantal uren of minuten
300 liter / 120 liter per uur = 2,5 uur = 2 u 30 min.
300 liter / 2 liter per minuut = 150 minuten of 2 u 30 min.

Na 2 u 30 minuten zal deze zuurstoffles leeg zijn.